woensdag 23 mei 2012

#8: Onderzoeks-update: Song Sparrows

In mei leggen alle vogels een ei.. en zo ook de Song Sparrows van Mandarte! Mei is / was een drukke maand die begon met het zoeken naar nesten. Wanneer je de struik-coplexen ziet waarin de Song Sparrows broeden lijkt het haast onmogelijk om daar een nest in te vinden. Echter zodra je het vrouwtje ziet opvliegen uit een struik geeft dat een goede indicatie van de nestlocatie, en des te beter wanneer je haar ziet slepen met nestmateriaal naar een bepaalde plek. Op die manier vonden we begin Mei zo'n 35 nesten, de meeste met 3 of 3 eieren. Nadat het vrouwtje zo'n 12 dagen op deze kleine blauwe eieren met bruine spikkels zit, kruipen de baby Song Sparrows eruit. We proberen het nest elke 5 dagen te controleren om te zien of de eieren al zijn uit gekomen. Wanneer we de kuikens zien proberen we de leeftijd te schatten om te bepalen op welke dag we terugkomen om ze te ringen. Rond dag 5 / 6 zijn hun poten lang genoeg voor de kleurringen en is dus het perfecte moment om ze te ringen. Wanneer ze ouder worden bestaat de kans dat ze uit het nest springen zodra je ze probeert te grijpen, iets wat mij eergisteren is overkomen. En zie ze dan nog maar eens te pakken te krijgen, kruipend door de bramen..

Wanneer we de kuikens ringen meten we ook hun vleugels en tarsus (poot) lengte en wegen we ze. Daarnaast nemen we een kleine hoeveelheid bloed af voor een DNA analyse. De studie naar deze vogels richt zich voornamelijk op inteelt, aangezien de vogels op het eiland geen trekgedrag vertonen. Als laatste ringen we de vogels met een kleurencombinatie zodat we ze later kunnen identificeren als individu. Vervolgens moeten we het nest weer elke week controleren om te zien of de kuikens het nest hebben verlaten en wanneer ze onafhankelijk zijn van hun ouders en zelf voedsel kunnen zoeken.

In de ochtenden help ik met het Song Sparrow onderzoek, maar mijn afstudeervak gaat eigenlijk over vegetatie op het eiland.. daarover de volgende keer meer!

#7: Zeedieren in Tofino

Een maand sinds de laatste opdate, het moet niet gekker worden! Ik ben nogal wat verhalen schuldig, dus begin ik hier maar met een beschrijving van mijn trip naar Tofino, de westkust van Vancouver Island.

Tofino en de gehele westkust van Vancouver Island staat bekend om Noordelijk regenwoud met gigantische bomen. En ondanks dat Tofino surfplek no. 1 is in de omgeving, kan je al raden waarom het hier helemaal volstaat met regenwoud.. het regent er nogal vaak. De dag dat ik aankwam was dan ook een typische "British Columbian day", hondenweer zouden we in Nederland zeggen. Het hostel was gelukkig een luxe in vergelijking met ik intussen gewend ben.

De volgende dag begin met een lekkere plensbui, maar daarna verscheen de zon en sprong ik op mijn gehuurde fiets om de omgeving te verkennen. Een korte stop bij Sharp Road resulteerde in een groot aantal steltlopers op het "wad" van Tofino en een korte rondleiding in de lokale zalmkwekerij. Deze vissen worden niet gekweekt om te eten, maar worden elk jaar uitgezet in de rivier bij Tofino. Hierna weer verder naar Long Beach, een lang wit strand met gigantische golven. Op zoek naar vogels keek ik hier door mijn telescoop, om te ontdekken dat de rotsen bezet waren met tientallen Zeeleeuwen!

Na het zien van Orka's en een bultrug was een van mijn redenen voor een bezoek aan Tofino om een Grijze Walvis te zien. De walvistour beloofde mij dat ze dagelijks grijze walvissen zien en had zelfs een "walvis garantie": als ik geen walvis zou zien mocht ik nog een keer voor nop! Hoewel het het vrij stevig waaide (25 knopen, geen idee hoeveel beaufort dat is..) vertrokken we met een kleine groep in een zodiac. De golven waren flink hoog, 5 meter werd mij verteld en het was dan ook geen droge boottrip. Een Zeeotter liet zich leuk zien maar we walvissen bleven verscholen achter de golven.

De volgende dag dus nog een keer, nu op een grotere boot waar niet elke golf over de boot heen kwam. Het was nog steeds winderig, maar de kapitein vertelde ons dat 5 walvissen waren gezien door een andere groep, eropaf dus! Een groep zodiacs op zee was een goed teken, dus opletten voor die walvissen. En daar kwamen ze boven.. een groep orka's! Iedereen was enthousiast, orka's werden slechts eens in de 3 weken gezien. Leuk om te zien en zeker van zo dichtbij, maar verwend als ik was moest ik nog steeds die grijze walvis zien.

De volgende dag dan de pelagic, een toch de zee op met een boot vol vogelaars. 40 km van de kust op de Stille Oceaan was het vol met zeedieren: Albatrossen, Pijlstormvogels, Cassin's Alken, Grijze Stormvogeltjes, Vorkstaartmeeuwen.. om maar niet te spreken van de zoogdieren! Gedurende de hele trip zagen we zo'n 70 Bultruggen, een groep Orka's, Zeeotters en zelfs Pelsrobben. De echte klapper was een adulte Kuifpapegaaiduiker die vlak langs de boot zwom. Een mooie afsluiting van een fantastische week, maar nu weer terug naar Mandarte, hopen op die Grijze Walvis die misschien wel langs het eiland komt zwemmen.

zaterdag 21 april 2012

#6: Feestjes op het vasteland

Twee weken op een onbewoond is zeker goed te doen en verschijnselen van gekte zijn gelukkig nog ver te zoeken. De Song Sparrows zijn druk nesten aan het bouwen en steeds meer bloemen kleuren het eiland, het wordt lente! Het hebben van een kajak is geweldig, maar ook erg handig voor het uitzetten van een krabbenval. Een in de knoop geraakt touw liet onze val echter gelijk afdrijven en met mijn kajak kon ik hem hooguit op dezelfde plek houden, terugbrengen was geen optie. Grijze wolken barstten uiteindelijk los in een kleine storm, waarin we alsnog het water op moesten om de val te redden. Desondanks onze inspanningen bleef de val leeg voor de volgende dagen, de krabben houden blijkbaar niet van kattenvoer.

De verjaardag van Julie een goed excuus om voor een paar dagen terug naar Vancouver te gaan, om daar ook de gehele familie Aeyelts weer te ontmoeten. Na een geweldige opeenvolging van, gezeligheid, eetgelegenheden (Sushi, Fallafel, Italiaanse broodjes) en korte uitjes vierden we op dinsdag de verjaardag van Julie met veel vrienden, eindigend met helemaal gek gaan tijdens de "Straight-night" in de gay-bar.. De volgende ochtend begon het echte leven weer en moest ik in een ochtend even mijn Canadese vaarbewijs halen. Na 3 uur verplichte filmpjes waarin het dragen van reddingsvesten en het niet drinken tijdens het varen tot in treure werd herhaald was het examen een lachertje en had ik het vaarbewijs snel in mijn zak.

De laatste dag in Vancouver bracht mij plotseling op de ringbaan op Iona Island, een schiereiland ten noorden van het vliegveld. Hier werden ik en mijn nieuw aangekomen collega Sylvain verrast door bizarre aantallen vogels. Hoewel we hier waren gekomen on sperma van Song Sparrows te verzamelen, viel het vangen van deze vogels tegen.. andere vogels waren er echter genoeg! Met als hoogtepunt een Amerikaanse Watersnip in het net, werden we ook nog omringd door Audobon's / Myrtle zangers, 4 soorten zwaluwen, Marsh Wrens en meerdere soorten Sparrows. Over ons hoofd vlogen Reuzensterns af en aan, een Virginia Rail was zo aardig even op te vliegen uit het riet en aan het eind van de ochtend ontdekten we een nest van een kolibrie! Rufous Hummingbirds maken hun nest van korsmos en spinrag, wat een bizar geheel vormt midden in een braamstruik. Met één spermamonster als resultaat vertrokken we, om de volgende dag weer de ferry te pakken, terug naar het eiland!


Zeehond met octopus

Small-flowered Blue-eyed Mary

Song Sparrow

Golden-crowned Sparrow

Camas lily

De krabbenval

De kajak!
Amerikaanse Watersnip

American Goldfinch

Myrthe Zanger

Amerikaanse Watersnip


woensdag 11 april 2012

#5: Kayaks & Kolibries

Na een laatste week regenachtige week op het vasteland, en Julie en Jana op zondag weg naar Hawaii, sloot ik vorige week dinsdag de deur achter me, op naar een permanent verblijf op mijn onbewoonde eiland. Bepakt met alles wat ik heb, onderzoeksmateriaal en, niet te vergeten, Risk, op de ferry, bus en uiteindelijk met het onderzoeksbootje naar Mandarte Island! Zodra we aankwamen begon de zon te schijnen, een voorteken voor een mooi en zonnig verblijf. Tijdens de eerste dag zagen we meerdere kolibries kort over het eiland scheren, en na het ophangen van de kolibrie-feeder zien we ze nu dagelijks naast onze hutten. Ook zwaluwen zijn een dagelijkse verschijning, en soms doen ze een korte inspectie in de nestkast bij Ryan's hut.

Het zeeleven laat zich steeds beter zien. Eerst waren het alleen zeehonden en soms Bruinvissen die langs kwamen zwemmen, maar na 2 verre waarnemingen van Orca's zwommen ze gisterochtend op 200m langs ons. Californische Zeeleeuwen komen soms langs voor een inspectie, en de otters zijn druk aan het vissen.

Zelf ben ik ook een zeedier geworden! Na enig uitzoekwerk is het mij gelukt om een zeekayak te kopen, die we met de boot naar het eiland hebben gebracht. Een rood monster van 4.5 meter, genaamd "Krasnaja Poganka", oftewel Roodhalsfuut. Elke dag breng ik een uurtje met haar door op zee, peddelend tegen wing en stroming in om vlakbij Neushoornalken, IJsduikers, Zeekoeten en Zeehonden te komen. Eindelijk kan ik dus mijn favoriete sport beoefenen, en daarover later meer. Nu zitten we in een klein haventje uit te rusten na onze wekelijkse douche, genietend van een grote hamburger en contact met de buitenwereld. Want stiekem is Mandarte wel een héél klein eilandje..







zaterdag 31 maart 2012

#4: Voorbereidingen voor het echte werk

Maart loopt op zijn eind en het duurt dan ook niet lang meer voordat ik permanent naar Mandarte Island vertrek. Momenteel regent het alweer voor een goeie week, het lijkt erop dat het komende week niet anders is. Het schijnt echter voorjaar te zijn, met de eerste kolibries, gieren en zangvogels. Ik heb in de afgelopen tijd niet helemaal stil gezeten, met nog een kort bezoek aan het eiland en een lang weekend bij goede vrienden van mijn ouders in Tappen.

Op Mandarte Island was het Pirmin en Christophe gelukt om de muis te verdrijven uit mijn hok door alle gaten te dichten met bouwschuim. Echter, in onze wooncabine was inmiddels een ware oorlog aan de gang met de muis. Wanneer we een gat gedicht hadden met bouwschuim, was er de volgende ochtend een nieuw gat naast. Zelfs met alle gaten dicht leek de muis nog binnen te komen en nog flink zijn best te doen om het bouwschuim van binnenuit stuk te knagen. In een verwoede poging om een nieuw gat te dichten, spoot Pirmin een halve bus leeg waarvan het grootste deel langs de buitenmuur van de cabine droop om te eindigen in een gigantische hoop, een goede gelijkenis met een grote gele drol. Een avond later besloten we de muis te vangen, om zo te kijken waar zijn in- en uitgang was. Rond 10 uur s' avonds lukte om de muis op te sluiten in de prullenbak, waarna we alle 4 een hoek uitkozen om de muis naar zijn uitgang te laten rennen. De muis, nadat hij losgelaten was uit de prullenbak, rende een half uur in paniek in het rond zonder een uitgang te kunnen vinden. Zou het kunnen zijn dat we echt alle uitgangen hadden afgesloten? We besloten de muis door de deur vrij te laten, maar werden de volgende ochtend toch weer verrast door muizenkeutels op het aanrecht.

Dit werd gevolgd door een weekend bij de vrienden van mijn ouders Emelie en Warner, de ouders van Julie. De laatste keer dat ze gezien had was in 2000 toen ik met mijn ouders op vakantie was in Canada, het weerzien was vrolijk en heel erg vertrouwd. Hun huis is in het binnenland van British Columbia, in de glooiende heuvels van de Rocky Mountains, vlak bij de meren waar aan ik als kind heb gekampeerd. Een wandeling over de camping was dan ook een een reis terug in de tijd, evenals een wandeling naar de nabijgelegen waterval. Ook bevond ik mij even in een grotendeels Nederlands gezelschap, dus weer even Nederlands praten, Nederlandse kaas en Indonesisch eten. Een supergezellig weekend voor herhaling vatbaar!

Pigeon Guillemots vanaf Mandarte

Amerikaanse Zeearend

Onze huisjes

Het huis van Emelie en Warner


De familie Aeyelts



Dusty de hond

zaterdag 17 maart 2012

#3: Vogels kijken op de skipiste

Whistler en Blackcomb, de bergen waarop de Olympische winterspelen van Vancouver in 2010 werden gehouden, zijn een fenomeen, niet alleen in Canada maar zelfs in het gehele Noord-Amerikaanse continent. Waar Europeanen naar de Alpen gaan om te skieen, gaat de zichzelf respecterende skier naar Whistler. En als skier heb je het al niet slecht in Vancouver, met maar liefst 3 bergen direct aan de noordkant van de stad, maar op anderhalf uur rijden over de nieuwe snelweg ligt het magische Whistler.

Nu ben ik niet zo'n skier (om eerlijk te zijn heb ik nog nooit geskied) en voor een eerste keer is deze olympische berg wellicht niet zo'n goed idee. Vogels kijken en wandelen in de sneeuw en hoog in de bergen is echter nooit een slecht idee, dus daarom besloot ik Julie afgelopen zaterdag te vergezellen naar de skipiste. Julie op haar ski's en ik op heuse sneeuwschoenen. En voor de goede orde, dat zijn dus niet van die tennisrackets die eskimo's onder hun schoenen binden, maar modern lichtgewicht plastic frame onder je schoenen met ijzers voor extra grip, om te zorgen dat je niet wegzakt in de sneeuw.

Omhoog met de skilift was ik al een beetje de vreemde eend in de bijt, zo zonder ski's, helm en hip skipak. Op de top sneeuwde het flink en bleken de vogels niet op de vaste voederplek aanwezig te zijn. Terecht, met zulk weer zou ik normaal ook thuis blijven. 2 skiliften verder, lager op de helling van de Blackcomb zou ik misschien meer kans hebben. Tussen de skiers door manouvreerde ik op mijn sneeuwschoenen over de zacht glooiende piste, iets wat veel bekijks opleverde. En ja, tussen de bomen door vond ik na lang zoeken 2 Canadese Gaaien, ook wel Whiskey Jacks genoemd in de volksmond. Of vliegende ratten, zoals een vrouw bij de skilift ze liefkozend noemde.

Meer valt er echter niet te halen, en dan is ook het moment daar dat ik echt van de piste afgehaald wordt door de opzichters. Lopen op sneeuwschoenen tussen de skiers is blijkbaar levensgevaarlijk en met meer subtiliteit dan ik in Nederland gewend ben wordt mij vriendelijk verzocht mijn tocht ergens anders voort te zetten. Beneden aangekomen vind ik, begeleid door een zingende Amerikaanse Waterspreeuw, vrij snel de bushalte. Ik vraag de buschauffeur of hij naar Green Lake gaat, een plek waar een andere mooie route zou moeten zijn. Ja, die route is er wel maar daar is alleen maar sneeuw, aldus de chauffeur. Wat wil ik daar eigenlijk doen, met zo'n grote camera en een verrekijker, vraagt hij me met een zwaar Duits accent. Na enige overedingskracht is hij bereid me mee te nemen en wijst me bij het uitstappen zelfs nog even de weg. En wanneer er geen vogels zijn om te fotograferen, kan ik altijd nog de prachtige houten huizen langs het meer op de foto zetten, geeft hij als tip mee. De route is kort en aardig, met leuke Steller's Gaaien als resultaat. En vlak voor Julie mij komt oppikken neem ik toch nog maar even een foto van de kitscherige houten huizen, gewoon om de buschauffeur een plezier te doen.





Steller's Jay



zondag 11 maart 2012

#2: Op een onbewoond eiland..

Waar denk je aan bij een onbewoond eiland: Palmbomen, slapen op een wit strand, leven op kokosnoten en een volleybal als enige vriend? Of is het zoals beschreven door Jan Wolkers op Rottum, William Golding in Lord of the Flies of weergegeven in de Russische film "How I Ended This Summer", een soort gekmakende eenzaamheid met ingewikkelde psychologische processen tussen de aanwezigen op het eiland, met moord en doodslag als gevolg? Ik ben dit voorjaar in de unieke gelegenheid om het zelf uit te testen samen 3 andere onderzoekers op een onbewoond eiland vlak bij Vancouver Island.

Het eiland in kwestie is Mandarte Island, een zeer klein eiland in de Haro Strait tussen Vancouver Island en Vancouver. Ik zeg zeer klein en dat is het ook, met een lengte van 600m en een breedte van 100m. Je zou daarom ook kunnen kiezen voor de alternatieve benaming 'rots' in plaats van 'eiland'. Hoe dan ook, op dit eiland wordt al bijna een eeuw lang onderzoek gedaan naar verschillende vogelsoorten, met als voornaamste reden dat het zo klein en daarmee ook zeer overzichtelijk. Het onderzoek richt zich de laatste jaren vooral op Song Sparrows, een kleine Heggenmus/Musachtige vogel die broedt in de struiken op het eiland. Struiken, want de laatste boom op het eiland is zo'n 50 jaar geleden vermoordt door poepende Aalscholvers en steekt nu als een soort totempaal uit boven de rest van het eiland, voornamelijk in gebruik als uitkijkpost van de lokale Amerikaanse Zeearenden.

Afgelopen week was ik samen met de rest van het onderzoeksteam voor een kort bezoek van vier dagen op het eiland, op verkenning. Zwaar beladen voeren we in de onderzoeksboot naar het eiland, het laatste stuk roeien met de rubberboot naar ons huis voor de komende maanden, 4 houten hutjes. Als slaapplek koos ik de meest pittoreske, een blauw hutje van 4m2, helaas ook bewoond door muizen. De luxe was relatief hoog, met een kleine gaskachel, een heus gasfornuis en zonnepanelen voor elektriciteit. De nachten bleken echter toch wat aan de koude kant, net onder het vriespunt en zonder isolatie. De ochtenden begon vroeg door de aanwezige Beringmeeuwen die moesten vechten voor het beste plekje - op het dak van mijn hut.

Maar dan komt de zon op en wordt de onaangename nacht snel vergeten, met uitzicht op een heldere zee met honderden zeevogels (Pigeon Guillemots, Rhinoceros Auklets, Pelagic Cormorants, Harlekijneenden, etc. etc.), zingende Song Sparrows in de struiken en een stevige pot koffie, elke Starbucks overtreffend! Nu nog voor een kort weekje, maar vanaf April ben ik hier elke ochtend getuige van, dus wordt vervolgd..

Harlekijneend

Harlekijneenden

Beringmeeuw

ZO-kant Mandarte Island

Mijn hutje op links

De onderzoeksboot

White Fawn Lilly

NW-kant Mandarte Island

White Fawn Lillies